A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Magie


 

 

Deze soldatenfiguurtjes werden meegegeven in het graf van de farao. Hier heb je nu de kern van de Egyptische religie. Door magische spreuken kwamen ze weer tot leven 

Magie

Héél het leven en de samenleving in het oude Egypte werd beheerst door de magie. Zonder kennis van de betekenis van  de magie begrijpen we helemaal niets van de afbeeldingen en beelden van de koningsgraven.

Vaak zie je een beeld van de koning met aan beide zijden twee godengestalten.. Ze hebben ieder een kruik  en uit die kruik gieten ze water over hem heen. Het is de dag van zijn troonsbestijging.

In Memfis kun je ook goed zien hoe groot de invloed van de magie is.

In de mastaba’s  van Sakkara zie je dat er eindeloos veel slangetjes zijn aangebracht. Slangen zijn gevaarlijk.

Maar wat heeft men nu gedaan?  Alle  slangetjes zijn doorgesneden, of ze zijn doorstoken met een mes, zodat ze geen kwaad meer kunnen doen! Ook in de tempelcultus zijn riten magische handelingen.

Liturgische teksten in de tempels zijn magische formules.De priesters  zijn ook magiërs.En magisch handelen is volgens het oude Egypte scheppend handelen.

Vergelijk de tovenaar met hoge hoed en konijntje.Hij heeft voor lieve Heer gespeeld. De tovenaar schiep iets uit niets!!



Anchtekens

Maar als je goed kijkt, zie je dat het geen watergolfjes zijn, maar levenstekens. Anch-tekens. De schijnbare reiniging is geen reiniging maar begiftiging met levenskracht. De farao moet opgeladen worden met leven, om zijn taak als koning te kunnen uitvoeren.

Er was voor de Egyptenaar geen principieel onderscheid tussen de voorstelling van iets en de werkelijkheid zelf , tussen beeld en afbeelding, tussen wens en vervulling, tussen woord en daad. De magie was een uitvloeisel van (wat we met een geleerd woord noemen)  het ‘ongedifferentieerde denken’  

Geen verschil woord en beeld

Een denken waarbij men geen verschil maakte tussen beeld, woord, wens en de werkelijkheid waarheen dat beeld, woord of die wens naar verwees.

Deze manier van denken, die wij ons niet kunnen voorstellen vind je ook terug in de vereenzelviging van adem en geest, begraafplaats en onderwereld. De onderwereld wás de begraafplaats. Wij zeggen trouwens ook: hij blies de laatste adem uit

Schitterend vind ik de tientallen meters hoge afbeeldingen van de Farao bij Aboe Simbel, op de grens tussen Egypte en de Soedan.

Die beeldhouwwerken beelden de Farao niet  af, maar ze zijn een representatie van de Farao.

De Farao is in die beelden daar zelf aanwezig om de landsgrenzen te bewaken.

De Farao is altijd afgebeeld met een cobra op zijn hoofd. Dat is geen versiering alleen, nee die cobra waakt voor hem.

Slangetje

Op graven tref je overal  de letter ‘f’’ aan. In het hiëroglyfenschrift  wordt een ‘f ‘ afgebeeld als een slangetje met hoorntjes op de kop. Dat wil zeggen:  Pas op, dief, je kunt gebeten worden! Daarom werden die tekens doorgesneden. Dan konden ze geen kwaad meer doen. Ook dat is magie.

De jachtvelden, gebruiksvoorwerpen en slaven die zijn afgebeeld in de graftombes kunnen door de magische spreuken van de priesters in het hiernamaals tot leven gewekt worden. 

Men maakte ook eerst beeldjes van nationale vijanden. Daarna sloeg men ze stuk.

Men meende de vijand zelf   op die manier vernietigd te hebben. Zo zijn ook de ogen van vele afgebeelde heiligen  in de kerkjes  van Cappadocië doorgestoken. Dan waren ze blind, dacht men.

Een woord is niet alleen maar een woord. Het heeft kracht als het op een bepaalde wijze wordt uitgesproken.Van een magiër wordt gezegd: hij gebiedt en het staat er, hij spreekt en het is er  Hij eigent zich daardoor goddelijke kracht toe.De magiër denkt dat hij kan wat God alleen kan. Het is alles magie wat de klok slaat.

Amuletten

Dat gold ook voor amuletten  Een spreuk heeft alleen maar kracht op het moment dat je die spreuk uitspreekt, maar een amulet draag je altijd bij je. Geliefd was een amulet met het zogenoemde  anchteken. Het anchteken is het teken van leven, van welzijn. Als je een amulet met het anchteken bij je droeg had je een goede levensverzekering.

Ook in de tempelcultus waren alle riten  magische handelingen.Liturgische teksten waren magische formules. Door ze herhaaldelijk te reciteren, riep men een nieuwe werkelijkheid te voorschijn.

Geen afhankelijkheid

Magie is het tegenovergestelde van een gelovige levenshouding. De gelovige voelt zich diep afhankelijk. De priester die magie bedrijft claimt echter goddelijke kracht.