A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Martelaarsgraven


 

Santiago di Compostella.

 

Hier zou het graf van de apostel Jacobus zijn die door Herodes Antipas is omgebracht

Martelaarsgraven behoren toch niet tot de Bijbelse plaatsen? In de geschiedenis van de kerk zijn martelaarsgraven wel heel vaak bedevaartsplaatsen geworden.

Ik vind het frappant dat de bijbel slechts één bedevaartsplaats kent. Dat is Jeruzalem. De tempel was de voorlopige woonplaats van God temidden van zijn volk.

Heilige tijden 

De Joden hebben trouwens altijd veel meer aandacht besteed aan heilige tijden dan aan heilige plaatsen. De sabbat en de grote feesten vierden ze intensief, maar ze kenden slechts enkele heilige plaatsen.

Enkele eeuwen na de verwoesting van Jeruzalem ontstonden overal plaatsen waar de pelgrims graag heen gingen. Er vond dus een verschuiving plaats van de woonplaats van God naar de begraafplaats van mensen, met name van heiligen en martelaren

--------------------------------------------------------------------------------

Santiago de Compostella

Heel bekend zijn de pelgrimstochten geworden naar het zogenaamde graf van de apostel Jakobus in het Spaanse Santiago de Compostella.

Ik heb geen flauw idee hoe men die plaats daarvoor heeft uitgekozen. Vermoedelijk zal de broer van Jezus, die de voornaamste leider was van de Jeruzalemse gemeente, wel in de omgeving van Jeruzalem begraven zijn.

Heilige Grafkerk

Nog bekender zijn de kruistochten geworden naar het graf van Jezus in Jeruzalem en de kerk die boven dit graf is gebouwd (zie Heilige Grafkerk). Maar nergens wordt er in de Bijbel aandacht besteed aan graven van heiligen of martelaars.

Graf Mozes

Het graf van Mozes is zelfs onbekend gebleven. En was hij niet de grootste profeet van Israël? Nergens in het Nieuwe Testament is er sprake van verering van heiligen en van de graven van martelaren.

Heel anders dan in Egypte mocht Israël zich helemaal niet bezighouden met de graven en met de dood. Er is in het Nieuw Testament wel belangstelling voor het graf van Jezus, maar daar wordt zijn graf onmiddellijk en altijd verbonden met zijn verrijzenis.

Leeg graf 

Zijn graf wordt getypeerd als een léég graf. Jezus was geen martelaar. Als de Heiland der wereld was hij vooral een Middelaar. Door de ontmoeting met de opgestane Heer is de aandacht voor het graf totaal verdwenen. Aandacht en verering van het graf van Jezus zou betekenen een terugvallen in het heidendom van de Egyptische dodenverering.

--------------------------------------------------------------------------------

Heiligenverering

De grote belangstelling voor de graven van de martelaren is een gevolg van de heiligenverering. De gestorven heiligen hadden volgens de gelovigen in het hemelrijk een plaats dicht bij God gekregen.

Daardoor werd hun al spoedig de status van bemiddelaars toegekend. Zij zouden bij God kunnen bemiddelen bij het verkrijgen van vergeving van zonde en genezing van allerlei kwalen.

Het is duidelijk dat daardoor het geloof in de enige Middelaar Jezus Christus verschrompelde. Waarom die belangstelling voor de graven der martelaren? Ik geloof dat deze belangstelling voortkomt uit de menselijke behoefte om van het geloof iets zichtbaars en tastbaars te zien. Ik kan me dat wel voorstellen.

Filippuskerk

Als je bijvoorbeeld. de Filippuskerk van Hiërapolis bezoekt, word je direct geconfronteerd met deze evangelist. Je beseft dan: hier heeft hij gewoond, gewerkt en hier is hij gestorven. De graven van de gestorven apostelen hadden grote aantrekkingskracht op de gelovigen van de vroege kerk. Steeds meer gelovigen bezochten die graven, niet als toerist, maar men kwam rond zo'n graf samen en luisterde men naar schriftlezingen en bad men gemeenschappelijk.

Altaar

Op de plek van deze spontane godsdienstoefeningen werd weldra een altaar gebouwd en ging men over tot kerkbouw. Zodoende zijn er op zeer veel grafplaatsen kerken gebouwd.

Grote kerk bij een grafkelder in De Beek

Ook in Nederland is dit een keer gebeurd. In buurtschap De Beek op de grens van de gemeente Ermelo, (120 inwoners) kom je midden op de hei een gigantisch grote kerk tegen met ruim 1150 zitplaatsen.

Wist u dat? In de vorige eeuw had de heer A.F.J. Dijkgraaf president-directeur van de Nederlandse Droogdok Maatschappij daar een zomerhuis. Zijn vrouw, moeder van vijf kinderen, overleed in 192l op 36 jarige leeftijd. Speciaal voor haar liet deze welgestelde heer in zijn achtertuin een grafkelder bouwen.

De gemeente Ermelo was van mening dat een graf alleen bij een kerk mocht worden gegraven. “Dan bouw ik er een kerk bij” was de reactie van de rijke weduwnaar. En zo staat daar nog steeds op een plek waar je het helemaal niet verwacht een enorm grote kerk van de Geref. Gemeenten in Nederland. Het is echter géén pelgrimsoord.

--------------------------------------------------------------------------------

Kerkgebouwen in plaats van tempels

Kerken werden trouwens óók gebouwd op locaties waar vroeger een heidense tempel stond. Behalve een graf kwam ook de plek waar een tempel had gestaan in aanmerking voor de bouw van een kerk. Je kunt dat vandaag bijvoorbeeld nog heel goed zien in Sardes.

En bij een heidense tempel bevond zich ook altijd een altaar. Je kunt dus zeggen dat kerken meestal gebouwd werden rond een altaar, een heidens altaar of een christelijk altaar.

Beide aspecten waren aanwezig bij de bouw van de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. De loop naar de boomgaard van Jozef van Arimathea met het boogbankgraf van Jezus de Nazarener zal heel gauw op gang gekomen zijn. De gelovige tijdgenoten zullen vaak het graf van Jezus bezocht hebben. Keizer Hadrianus wilde de herinnering aan dat graf van Jezus echter voor goed uitwissen en daarom liet hij op die plek in het jaar 135 een tempel bouwen die gewijd werd aan Jupiter. De christenen hebben later die tempel afgebroken en er de Heilige Grafkerk gebouwd.

Zielen onder het altaar

Het gebeente van de heilige kreeg een plaats onder het altaar. Ik vermoed dat de uitdrukking in het boek Openbaring van Johannes “zielen onder het altaar”  op de een of andere manier daarmee verband houdt. Tot de tiende eeuw was voor deze plek het ongeschonden lichaam van een heilige vereist.

Maar bij de explosieve groei van de bouw van Romaanse kerken waren er natuurlijk niet voldoende lichamen van heiligen beschikbaar. Om hiervoor een oplossing te vinden ging men geloven dat de heilige in alle delen van zijn lijk werkelijk zelf aanwezig was. Ook in zijn schedel en botten bijvoorbeeld.

Men ging zelfs zover dat men geloofde dat zelfs een botsplintertje voldoende was om zich te verzekeren van de aanwezigheid van een heilig persoon. Ik vermoed ook dat de enorme bloei van de sacrale bouwkunst in de Romaanse periode van de Middeleeuwen gezorgd heeft voor een explosieve groei van de vraag naar relikwieën.

Relikwieën

Wat was namelijk het geval? Elke kerk moest bij de bouw beschikken over een relikwie als een soort garantie voor de heiligheid van de inwijding. Er kwam een groot tekort aan relikwieën. Daardoor ontstond een levendige handel in relikwieën met alle uitwassen die daarmee waren verbonden. Daarom heeft de Rooms-katholieke kerk het aanbieden en verhandelen van relikwieën aan banden gelegd.

Wat is nu precies een relikwie en hoe weet je nu zeker dat je te maken hebt met een relikwie? Wat is een relikwie? Het Latijnse woord reliquia betekent overblijfsel. Het woord wordt vertaald met relikwie of met reliek. In het begin ging het om het stoffelijk overschot van een heilige of martelaar. Zo'n reliek werd opgeborgen in een schrijn. De R.K. leer definieert het betreffende woord als volgt: “relikwieën zijn het overblijfsel van lichamen van heiligen, van door hen achtergelaten voorwerpen,of van voorwerpen die met hun lichamen in contact zijn geweest”.Het verhandelen van lichaamsdelen van heiligen en kledingstukken van heiligen is nu verboden. Het gaat nu alleen nog om voorwerpen die met het lichaam van een heilige in contact zijn geweest. De kerk bepaalt of een relikwie authentiek is. Elk relikwie draagt nu een zegel en heeft een eigen certificaat. In de Middeleeuwen waren het vooral de monniken die toezicht hielden op de relikwieën. Protestanten spreken in dit verband meestal van bijgeloof.

Relikwieëncultus

Rond de martelaarsgraven met hun relikwieën ontstond langzamerhand een cultus. Van heinde en ver trokken gelovigen naar zo'n graf. Er kwamen allerlei routes naar de martelaarsgraven.

Pelgrimswegen

Pelgrimswegen werden ze genoemd en in pelgrimsboeken beschreven. In Frankrijk waren er zelfs vier traditionele routes, waarlangs honderdduizenden pelgrims uit heel Europa naar de kathedraal van Santiago de Compostella reisden. Zieken namen in de Middeleeuwen allerlei voorwerpen mee, die het zieke lichaamsdeel of de persoon zelf moesten afbeelden.

Smeekmotieven

Die voorwerpen waren fascinerend, omdat ze de heilige duidelijk moesten maken om welke lichaamsdelen of om welke persoon het ging die de hulp van de heilige had ingeroepen. Die voorwerpen werden rondom of bij het graf gelegd. Het waren smeekvotieven. Men smeekte als het ware via die voorwerpen de heilige om genezing. Men kende aan deze smeekvotieven magische kracht toe.

Ik vind het frappant dat in het oude Egypte ook allerlei voorwerpen een magische kracht werd toegekend.

 

Dankvotieven 

Tegenwoordig kent men in de rooms-katholieke kerk ook wel votieven, maar dat zijn dankvotieven en die hebben geen magische kracht. Men toont bv. een voorwerp in de vorm van een genezen nier of arm.