A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Ik ben de Deur


 "Waarachtig,Ik verzeker jullie: Ik ben de Deur voor de schapen. Ik ben de Deur: als iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden:hij zal in- en uitgaan en weidegrond vinden (Joh. 10:7 en 9)'

 

Herder met lammetje

Stille wateren

 

De schaapskooi was een open, omheinde ruimte die gebruikt werd als een gemeenschappelijke stal van enkele kleine herders. Zij waren ook de eigenaars van de schapen. Gewoonlijk gingen de herders ’s nachts naar huis, terwijl één van hen bii toerbeurt de ingang bleef bewaken. Hij werd de deurwachter genoemd. De volgende morgen kwamen al de herders terug om hun eigen schapen te roepen. Zij werden dan naar het weide gebied geleid. De schapen volgden instinctief hun eigen herder. Ze wisten direct bij welke herder ze hoorden. Daaruit bleek dat de schapen hun eigen herder helemaal vertrouwden.

 

Indringers worden verjaagd

 

Er waren ook dieven en bandieten, die onrechtmatig die omheinde ruimte wilden binnen dringen. Ik denk dat Jezus zonder twijfel gedacht heeft aan de  Joodse leiders. De deurwachter jaagde die weg. Die booswichten probeerden zelfs over de schutting heen te klimmen om de schapen te stelen. Maar als de herder er aan kwam, ging de deurwachter vanzelfsprekend op zij. De schapen gingen Hem wel ter harte. Heel vroeger had de Schaapspoort ook zo’n poortwachter die booswichten moesten weren.

Schaapspoort

 

Een van de vele poorten in de oude stadsmuur van het Bijbelse Jeruzalem droeg de naam Schaapspoort. Deze poort wordt zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament vermeld. Bij de herbouw van de stad onderleiding van Nehemia was die poort vakkundig gerestaureerd. Nadat de deuren aangebracht waren, werd het gehele bouwwerk ingewijd.

Betesda

Opgegraven Betesda

 

In Jezus’ tijd lag vlakbij de Schaapspoort het kuuroord Betesda, bekend vanwege het geneeskrachtig  opborrelende water in zijn dubbelvijver. Hier genas Hij een man die al achtendertig jaar ziek was en alle hoop op herstel had opgegeven. Daarna bleek Jezus verdwenen te zijn, maar een nieuwe ontmoeting met de genezen patiënt vond plaats in de tempel. Dit kuuroord moet dus niet ver van het tempelcomplex gelegen hebben (Joh.5:2-3). De Schaapspoort, het kuuroord en de tempel lagen dicht bij elkaar. Vroeger werden de schapen via deze route in en uit de stad gedreven. Hun herders zochten weidegrond in de velden vlak buiten de stad. Er waren ook schapen nodig voor de offers die in de tempel werden gebracht.

Dubbelfunctie

 

Jezus noemt zich de Deur der schapen. Hij is allereerst de toegang tot de veilige schaapskooi en tegelijk blokkeert Hij de opening daarvan voor dieven en bandieten. Jezus is de goede Herder die zijn schapen kent en bij name  roept.

Heilsruimte van God

 

Zoals de poorten van den stad toegang verschaffen tot de heilige stad, zo is Jezus de  Schaapspoort voor de heilsruimte van God. Jezus staat niet slechts ergens bij de kerkdeur. Hij is zelf de kerkdeur. Om toe te treden tot de kerk moet je de juiste Deur weten te vinden.  Die Deur van de kerk staat altijd open. Jezus nodigt ons uit om via Hem de kerk te betreden. Hij voert de mensen naar de grazige weiden van het Woord.  De heilsruimte van God is alleen toegankelijk via de Heiland der wereld. Jezus is een open Deur. Hij verschaft de christenen de nodige leefruimte. We moeten met elkaar door één Deur. En als Hij voor ons de Deur van de schapen is, zie ik een poort wijd openstaan.