A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Korenveld / HEER sabbat


Korenveld  / HEER sabbat

zie ook sabbat

 

Het geschiedde op een sabbat, dat Jezus door korenvelden ging (Luc.6:1) 

Het korenveld van Lucas 6 is een belangrijke  Bijbelse plaats, omdat de Zoon des mensen zich tussen de korenaren geopenbaard heeft als de HEER van de sabbat.

 

 

HIer zie je een pad door een korenveld. Je ziet ook hoe gemakkelijk Jezus en zijn leerlingen al wandelend koren aren konden plukken.

 

 

Jezus wandelend door het korenveld. Onbekende schilder 

 

 

In elke korenhalm zitten 50 - 10o korenaren. De eerstelingen van de gerste oogst werden als beweegoffer inde tempel gebracht.  De eerstelingen krijgen ook symbolische betekenis als de eerste mensen die het evangelie aannamen in een bepaalde plaats.

 

Zoon des mensen

 

 Maar eerst noemt Hij zichzelf de Zoon des mensen. In het korenveld noemt Jezus zichzelf de Zoon des mensen. Dat is merkwaardig. Wat bedoelt Hij daarmee? Die uitdrukking heeft twee betekenissen. Het kan betekenen: mens onder de mensen. Maar ook: de messiaanse figuur die in Daniël 7 genoemd wordt als de komende wereldrechter. Jezus wil de mensen daarover leren nadenken. Ze moeten dat zelf gaan ontdekken.

 

 

Voortdurend volgden de Farizeeen Jezus met de bedoeling om Hem ergens op te betrappen, zodat zij een geldig motief hadden Hem te doden. 

 Zij waren ongelooflijk jaloers dat die Jezus zoveel volk trok, terwijl hij toch geen opleiding als rabi had genoten

 

 

Korenveld bij een aquaduct  Een aquaduct bracht water vanaf de bergen de stad in.

 

Pad door het koren

 

In het antieke Israël waren wegen en paden. De wegen waren erg smal. Die waren geschikt voor boerenkarren. Romeinse wegen waren er nauwelijks. Er waren veel meer paden. Die waren hoogstens 50 cm breed. Er liepen veel paden van het ene dorp naar het andere. In het bergland liepen  ze vaak vlak langs diepe afgronden. Dat was natuurlijk levensgevaarlijk als het donker was. Zonder olielampje kon je verongelukken. Aan dat beeld denkt de psalmdichter als hij zegt: Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.

Maar overdag was een wandeling langs die paden puur genieten van de natuur. Dikwijls liepen de paden dwars door een korenveld zoals u kunt zien op de foto. Op een sabbat liep ook Jezus door zo’n korenveld. Zijn leerlingen  plukten de aren en wreven  ze stuk met de handen en aten die.

Plukken mocht

 

Het plukken van korenaren gold niet als diefstal. Aren plukken met de hand was geoorloofd (Deut 23:25). Dat deden Jezus’ leerlingen dan ook . Lucas voegt er nog aan toe: “ze stuk wrijvende met hun handen”.Wellicht heeft Jezus dit ook gedaan. Het plukken van de aren kon als oogstarbeid worden beschouwd en het stuk wrijven als klaarmaken van het voedsel. En alle arbeid was op de sabbat niet toegestaan door de Farizeeën.  Ze spreken Jezus daarop aan. Wat mij  opvalt, is dat Jezus geen discussie begint over wat wel of niet mag.

 

 

 

 

Om het koren af te snijden gebruikte men een zeis en een sikkel. HIer zien we Middeleeuwse boeren met de sikkel bezig

 

 

 

Plukken was geoorloofd ,maar je mocht niet de sikkel in het staande koren slaan (Deut.23:25). Naar die tekst had Jezus kunnen verwijzen. Hij doet het niet. Jezus wijst ook niet op  de omstandigheden (mijn leerlingen hadden toch honger?) Hij verontschuldigt zijn leerlingen niet noch verwijt Hij de Farizeeën dat ze kleinzielig zijn.

 Hij wil de Farizeeën bewust confronteren met zichzelf. Daarom herinnert Hij hen eerst aan die andere gezalfde aan David.

 

 

 

Tafel der toonbroden

 

 

Weet u niet wat David gedaan heeft  toen zijn mannen honger hadden? Hoe hij het huis van God is binnengegaan en van de toonbroden heeft genomen?

 

En dan trekt Jezus deze conclusie: De Zoon des mensen is Heer over de sabbat. Zou ik als  Gods gezalfde (= de Christus) dan niet een paar aren mogen eten? De Zoon des mensen is Heer over de sabbat. Alle drie synoptici plaatsen het woordje ‘HEER’ (Kurios)  voorop. Héér over de sabbat is de Zoon des mensen. Hij eigent zich  de macht, de vrijmacht toe om de sabbat te gebruiken overeenkomstig Gods bedoelingen. Net zo goed als Hij zichzelf de vrijmacht toekent op aarde de zonden te vergeven (Luc.5:24).

Het trof mij bovendien dat Jezus  gezegd zou kunnen hebben: Je zou het niet zeggen als je Mij ziet, (ik draag sandalen als ieder ander) dat weet ik wel,maar neem van Mij aan:

Ik ben heer en meester over de sabbat. De Farizeeën zullen gedacht hebben: Wat een eigenwijze man is die Nazarener.

 Heeft hij soms net zoveel over de sabbat te vertellen als de Schepper van hemel en aarde?

Hoe kan hij ook  zoveel pretenties hebben dat hij van mening is de zonden te kunnen vergeven?

Over die vraag moeten de mensen in het korenveld nadenken.

Wat is toch het persoonsgeheimenis van deze Nazarener die zich de Heer van de sabbat durft te noemen?