A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Kussen


 

Kussen op trouwdag

Judaskus is tegendeel van symbool van liefde en overgave

 

 De kus is een lichamelijke uiting van liefdeve. Er vindt echter in onze tijd een devaluatie van de kus plaats. Het komt vaak voor dat zelfs mensen die elkaar nauwelijks kennen, elkaar omhelzen en kussen. Vroeger was dit heel gewoon, omdat men elkaar nooit een hand gaf. Men omhelsde elkaar. Men kende wangkussen en handkussen. Een leerling begroette de leraar met een handkus en gelijkgezinden omhelsden elkaar met een wangkus en geliefden met een mondkus. In het Oosten is dit nog steeds zo. Elkaar kussen kan ook een formele plechtigheid zijn, waar helemaal geen liefde bij aanwezig is. Toch is kussen een intiem gebeuren. Hoe inniger de relatie is, hoe inniger de kussen. Je kust geen willekeurige voorbijgangers. Zij bezoeken je niet en zij nemen geen afscheid. Een oprecht gemeende kus is uiting van genegenheid en trouw. Ze kan ook bveeld worden van de overgave aan God. 

Kust de Zoon

 In psalm 2 staan de hartstochtelijke woorden:kust de Zoon. De Hebreeuwse werkwoordsvorm wijst op een innig en herhaald kussen. Het gaat niet om een vluchtig gebaar, maar om een uiting van een hechte relatie en verbondenheid. Tot wie worden die woorden in psalm 2 gesproken? En wie is die Zoon toch?  Deze woorden worden gesproken tot koningen, machthebbers. regenten en dictators. Ze trekken samen op. Ze zijn op weg. Waarheen zijn ze onderweg? Ze zijn op weg naar het gericht van de Koning der koningen. Ze scharen zich in slagorde.

Agressie tegen de Gezalfde 

 Ze spannen samen tegen de HEER en zijn Gezalfde. ‘Dat gebeurde allereerst in Jeruzalem’  zeggen  Petrus en Johannes. Daar waren Herodes en Pontius Pilatus, heidenen en volken van Israël bij elkaar gekomen om Gods Gezalfde, de heilige Knecht Gods, Jezus om het leven te brengen. (Hand.4 :27)De twee grote woorden uit psalm 2 (de koning en de zoon) komen terug in de aankondiging van Jezus’ geboorte aan Maria.”Deze Jezus zal groot zijn en Zoon des Allerhoogste genoemd worden en de HERE God zal Hem de troon van zijn vader David geven en Hij zal als koning over het huis van Jakob heersen tot in eeuwigheid”.