A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Rome / Joden


Rome van de Joden

 

Een joodse schrijver is ongelooflijk precies. Hij schrijft de torarollen over

 

 Tijdens het Loofhuttenfeest wonen ook de joden in Rome in hutten. Door het bladerdak moest je de lucht kunnen zien. De joden in de 13 synagogen in Rome dachten dankbaar terug aan Gods bewarende hand tijdens de tocht door de woestijn toen ze in tenten woonden.

Het feest van de vreugde der wet. Dansend en springend loopt men in het rond met de torarollen. Simchat Tora


Feestende joden in Rome

Het is weer sabbat in één van de 13 synagogen van Rome. De zon is juist achter de Vaticaanse heuvel ondergegaan. Een nieuwe dag is begonnen. De kantoren en pakhuizen van de Joodse graanhandelaren bij de porti Augusti in de havenstad Ostia zijn gesloten. Vele staatsinkopers in Rome zelf hebben een vrije dag genomen, omdat bijna de gehele graanhandel met Egypte in Joodse handen is. De Alexandrijnse graanschepen liggen te rusten in de haven. Er wordt niet gewerkt.

Sabbat in Rome

Overal in de gettowijk van de stad aan de overzijde van de Tiber hebben vrouwen de sabbatkaarsen op de drie-armige  kandelaars aangestoken.

 De duizenden lichtjes geven de wijk een feestelijk aanzien. Gevlochten stokbroden met maanzaad (herinnering aan het manna in de woestijn)  liggen onder een dekkleedje te wachten totdat de diensten in de synagogen beëindigd zijn en de sabbatmaaltijd kan beginnen.

Mannen in witte,  met fraaie  gedenkkwasten versierde gebedsmantels, bereiden zich voor op de viering van de sabbat.

Grote groepen Joden met lange gewaden en hoge mijters steken de Tiber over via de Ponte Rotto, blijven even staan als hun weg voert langs een van de zes ondergrondse begraafplaatsen, die catacomben genoemd worden en begeven zich dan met versnelde pas naar de synagogen, die alle met de hoofdingang in de richting  van het oosten gebouwd zijn.

Bar mitswah

Onder hen bevinden zich enkele 13-jarige jongens, die zijn opgeroepen  om in de synagoge als Barmitswa, zoon der wet, een gedeelte uit de Tora voor te lezen.

Zij worden gevolgd door een aantal  aristocratische dames van het kezerlijke hof, die zich door enkele slaven in draagstoelen laten brengen naar de grote rechthoekige synagoge aan de Via Aurelius, schuin tegenover de tempel van Aesculapius op het Tibereiland.

Godvrezenden

Zij hebben zich als godvrezenden bij de Joden aangesloten.

Vooral sinds Poppea Sabina, de gemalin van kezier Nero, grote belangstelling heeft gekregen voor de Joodse godsdienst, is haar aantal sterk gegroeid.

Mee daardoor  bedraagt de opbrengst van de tempelbelasting in  Rome veel meer dan de gevraagde halve sikkel per hoofd.

Hoewel door het edict van keizer Claudius jaren geleden vele Joden Rome hebben moeten verlaten [1] telt de Joodse gemeenschap in Rome nog steeds meer dan 40.000 leden en zijn er 13  synagogen in gebruik.

Ondertussen is de synagoge aan de Via Aurelia volgestroomd; de mannen bij de mannen en de vrouwen bij de vrouwen.

Hoor Israel de HEER is God

De dienst begint. De belijdenis wordt opgezegd:”Hoor, Israël, de HERE  is onze God. De HERE  is één!

 Dan wordt er gebeden. Alle aanwezigen gaan staan en keren hun gezicht in de richting van Jeruzalem. De overste van de synagoge nodigt nu de voorlezer uit naar voren te komen.

Terwijl deze achter de lessenaar gaat staan, die aan een verhoogd platform is verbonden, worden de wetsrollen door de dienaar der synagoge uit de ark te voorschijn gehaald.

De voorlezer leest een gedeelte uit de Tora en vervolgens een stuk uit de profeten. Met zijn zilveren jad  [2](vinger)houdt hij telkens bij waar hij gebleven is.

Dan beklimt de spreker het platform, gaat zitten [3]en begint te spreken tot de aanwezigen.

Als eindelijk de wetsrollen met enige plechtigheid weer in de ark zijn opgeborgen en de voorganger de zegen heeft gereciteerd, geeft de overste te kennen, dat hij nog iets wil zeggen.

Wie Saulus?

“Een van onze volksgenoten, een rabbi uit de Farizeeën( Saulus genaamd) is enige dagen geleden als gevangene in onze stad aangekomen..

 Hij bevindt zich nu met een schildwacht in de wijk Suburra, in een woning die zijn vrienden voor hem gehuurd hebben [4]

‘Laat de raad van oversten van de synagoge hem gaan bezoeken’ roept de één


  • [1] Hand 18:2
  • [2] Het werkwoord jatten is afgeleid  van het hebreeuwse woord "jad" voor vinger.
  • [3] Lucas 4: 20.  Bij de uitleg van de Schriften ging men altijd zitten.  Zo ook Jezus.  Maar als Jezus iets ging verkondigen (b. v.  Komt allen tot Mij) riep hij luid en ging altijd staan. Dan had hij een boodschap een heilstijding, een besorah
  • [4] Hand.  28:14,30